Transnistrië

18 augustus 2017 - Odessa, Oekraïne

Transnistrië is een langgerekt gebied in Zuidoost-Europa langs de oostelijke oever van de Nistru of Dnjestr. Sinds 1990 ligt hier de Pridnestrovische Moldavische Republiek. Het is een de facto onafhankelijk dwergstaatje, dat echter alleen erkend wordt door enkele andere beperkt erkende landen. Internationaal geldt het dan ook nog steeds als onderdeel van Moldavië. Aan de oostkant grenst Transnistrië aan Oekraïne.

Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd met Transnistrië een breder gebied tussen de rivieren de Dnjestr en Boeg bedoeld. Dit gebied werd in 1941 door Roemenië veroverd, waarna het gebied zijn naam kreeg: Transnistrië of Aan de andere kant van de Nistru.

Bestuurlijk ligt Transnistrië in een bestuurlijke eenheid van Moldavië.

Naam

In het Nederlands staat het gebied bekend als Transnistrië.

Onafhankelijkheid en leiding

Het gebied, gelegen tussen de oostgrens van de republiek Moldavië en de westgrens van Oekraïne, verklaarde zich in 1990 eenzijdig onafhankelijk. De hoofdstad van Transnistrië is Tiraspol, de republiek staat sinds 2016 onder leiding van president Vadim Krasnoselski. Hij is de opvolger van Jevgeni Sjevtsjoek.

Op 18 september 2006 werd een referendum gehouden onder de bevolking over onafhankelijkheid en een plan om zich op termijn bij Rusland aan te sluiten. Volgens de kiescommissie stemde 97,1% hiervoor. Het referendum werd als illegaal beschouwd door westerse landen en Moldavië. Net als bij Zuid-Ossetië en Abchazië worden door de regering van Transnistrië vaak ter referentie de voorbeelden van de met westerse steun bereikte onafhankelijkheid van Montenegro en de eenzijdige onafhankelijkheid van Kosovo aangehaald als legitimatie. Sommige analisten zien ook de mogelijkheid dat Transnistrië in de toekomst aansluiting zoekt bij de Unie van Rusland en Wit-Rusland, waarin ook Servië en pro-Russische krachten in Moldavië interesse getoond hebben. In 2014, tijdens de Krimcrisis, speelde het streven naar aansluiting bij Rusland weer op.

Russisch leger

Het gebied kan zijn onafhankelijkheid handhaven dankzij het Russische 14e Leger, dat er nog steeds gelegerd is. Dit Russische leger moet er ook voor zorgen dat Moldavië zich niet heraansluit bij Roemenië. In 1999 op een bijeenkomst van de OVSE in Istanboel heeft Rusland beloofd om zijn troepen zo snel mogelijk terug te trekken uit dit gebied en uit Georgië. Tot op heden is dit niet gebeurd omdat Rusland met wantrouwen de aanwezigheid van Amerikaanse en NAVO-activiteiten volgt in voormalige Sovjetrepublieken en Roemenië sinds 1999. Rusland heeft wel toegezegd dat het leger het gebied wil verlaten, mits er eerst een oplossing voor het conflict komt. Gedacht wordt aan een autonome status voor het gebied binnen Moldavië. Op 31 mei 2006 verklaarde een Russische minister dat de troepen toch in Transnistrië zouden blijven.

Transnistrië vs. Moldavië

In juli 2004 verklaarde een leider van de regering dat er in het najaar van dat jaar een referendum zou worden gehouden over aansluiting bij Rusland. In datzelfde jaar begonnen Slavische Transnistrische milities scholen te sluiten die les gaven in het moderne Roemeens met Latijns schrift. Een aantal hiertegen protesterende leraren en ouders werd gearresteerd. Hierop besloot de regering van Moldavië het gebied te isoleren van de rest van het land door een blokkade. Transnistrië nam wraak door de stroomtoevoer naar Moldavië af te sluiten om daarmee te proberen de economie van het land plat te leggen. Het grootste gedeelte van de energiecentrales van Moldavië staat in het gebied van Transnistrië. Moldavië had daardoor soms last van stroomuitval. Door een contract te sluiten met Roemenië in januari 2005 is echter de stroomtoevoer weer verzekerd.

Onder meer de OVSE onder leiding van de Bulgaarse ex-president Petar Stojanov heeft initiatieven ontplooid om door onderhandelingen de crisis tussen de beide gebieden weer op te lossen.

Geschiedenis

Transnistrië behoorde tot de Tweede Wereldoorlog bij de Moldavische ASSR binnen de Oekraïense SSR. Stalin voegde een deel van dit gebied in 1940 bij het in dat jaar van Roemenië afgedwongen Bessarabië. Het was binnen de aldus ontstane Moldavische SSR het enige gebied dat nooit tot Roemenië had behoord. Een jaar later, in 1941, werd het gebied Roemeens na annexaties van generaal Ion Antonescu. Het gebied tussen de Dnjestr en Boeg werd ingedeeld in 13 districten. Vier jaar later, aan het eind van de Tweede Wereldoorlog, kwam Bessarabië, samen met Transnistrië, in Rusland te liggen. De Moldavische SSR werd weer gecreëerd, en weer werd dat kleine deel aan de Dnjestr aan de SSR toegevoegd. De rest kwam in de Oekraïense SSR te liggen. Toen de Sovjet-Unie uiteenviel verklaarde Moldavië zich onafhankelijk. Dit gebeurde op 2 september 1990. De Slavische inwoners van Transnistrië weigerden zich bij het Latijnse Moldavië aan te sluiten. Igor Smirnov, een Russisch mijnwerker uit Kamtsjatka, riep zijn eigen staatje uit: de 'Socialistische Sovjet-Republiek Transnistrië'. De oorlog werd verklaard.

In Tiraspol – de hoofdstad van Transnistrië – zetelde toentertijd nog steeds een groot contingent van het oude Sovjetleger, het 14e leger, dat Smirnov bijstond in zijn strijd tegen Moldavië. In 1992 volgde een korte burgeroorlog, die werd gewonnen door Transnistrië. Het aan de Moldavische kant liggende Tighina werd door Transnistrië ingenomen en omgedoopt tot Bender. Sindsdien gaat het staatje zelfstandig, maar geïsoleerd, door het leven. Rusland wordt gezien als beschermer van Transnistrië. Vanaf 2004 voeren de buurlanden Moldavië en Oekraïne een prowesterse koers, daarmee is het strategisch belang van Transnistrië voor Rusland toegenomen. Het staatje wordt gezien als voorpost in het Westen.

Politiek

Transnistrië hanteert een eenkamerstelsel voor de wetgevende macht. Het parlement is de Opperste Sovjet. Het parlement telt 43 leden, die elk gekozen worden om een van de 43 kiesdistricten te vertegenwoordigen. Bij de verkiezingen, in 2005, behaalde oppositiepartij Vernieuwing een meerderheid van 23 zetels in het parlement, tegen 13 voor Republiek, de partij van de toenmalige president Igor Smirnov. Sindsdien was de latere president Jevgeni Sjevtsjoek, de leider van Vernieuwing, de parlementsvoorzitter.

De president van Transnistrië wordt iedere vijf jaar gekozen met een meerderheid van stemmen. In 2011 werd Jevgeni Vasiljevitsj Sjevtsjoek president van Transnistrië. Zijn voorganger was Igor Smirnov, die sinds de onafhankelijkheid in 1990 vier opeenvolgende termijnen president was en ook in 2011 meedeed aan de verkiezingen, maar de eerste ronde toen niet overleefde. Smirnov had tot 2011 alle presidentsverkiezingen met overmacht gewonnen; in 2006 behaalde hij samen met vicepresident Aleksandr Korolev 81,4% van de stemmen. In 2011 werd de functie van vicepresident afgeschaft. In 2016 verloor Sjevtsjoek de verkiezingen van Vadim Nicolajevitsj.

Over de vrij- en eerlijkheid van de verkiezingen in Transnistrië bestaat geen duidelijkheid. De verkiezingen in Transnistrië worden over het algemeen niet bezocht door buitenlandse waarnemers, omdat het land internationaal niet erkend wordt; zodoende kan niet met zekerheid gezegd worden of de verkiezingen eerlijk verlopen of niet.

Economie

Transnistrië kent sinds de Tweede Wereldoorlog veel industrie, vooral zware industrie zoals staal. In 1990 – dus voor de onafhankelijkheidsverklaring – was het gebied dat nu Transnistrië heet verantwoordelijk voor 40% van het BNP van Moldavië, terwijl er maar 17% van de bevolking woonde. Overigens kwam 90% van de Moldavische elektriciteit uit Transnistrië. In 2006 lagen de inkomsten per hoofd van de bevolking officieel op 1.076 dollar, daarmee is Transnistrië een van de armste regio's in Europa. Er is nog steeds industrie in Transnistrië, maar de meeste fabrieken zijn (sterk) verouderd. Belangrijk is de wapenfabriek in Tighina en de staalfabriek van Moldova Steel Works in Rîbnița. Deze fabriek in Rîbnița is de grootste werkgever in de regio. Een andere belangrijke bron van inkomsten is de distilleerderij Kvint in Tiraspol.

De Transnistrische economie vertoont overigens nog veel communistische kenmerken, heel veel bedrijvigheid is in handen van monopolisten die vaak gelieerd zijn aan de regering. Zo kent Transnistrië een economisch conglomeraat dat luistert naar de naam Sheriff. Dit Sheriff wordt (volgens geruchten) geleid door de zoon van Igor Smirnov en lijkt op zo ongeveer alles in Transnistrië het monopolie te hebben. Er zijn Sheriffbenzinestations, Sheriffsupermarkten, waar Sheriffmelk, kaas en boter wordt verkocht, een Sheriff-voetbalclub en de enige telefoonaanbieder heet ook Sheriff.

Dat Transnistrië door geen enkel land wordt erkend, biedt de georganiseerde misdaad ook voordelen. Het land staat bekend om zijn grootschalige witwaspraktijken. Verschillende organisaties, waaronder de OVSE, schatten dat in 2005 minimaal zo'n 6 miljard euro aan crimineel geld werd witgewassen in Transnistrië. Een 'goede' partner in de criminaliteit was tot voor kort Oekraïne. Maar sinds dit land een meer op het Westen gerichte politiek voert, is de handel met Transnistrië – officieel – afgenomen. Zo zijn er bijvoorbeeld strengere grenscontroles ingesteld.

Mensenrechten

Transnistrië wordt verdacht van de schending van mensenrechten. Politieke tegenstanders verdwijnen zonder proces of na een schijnproces jaren achter de tralies, beweert een deel van de oppositie. Verder is er volgens sommigen geen sprake van vrijheid van meningsuiting, godsdienst- of politieke vrijheid. In Transnistrië is wel sprake van enig verzet van jongeren, deze groepering heet World Window en voert acties vooral via internet omdat andere middelen (zoals protesten) niet mogelijk zouden zijn.

Reizen naar Transnistrië

Transnistrië wordt door geen enkel land erkend en is dus ook bij geen enkel verdrag aangesloten. Internationale organisaties als Interpol hebben er niets te zeggen. Regelmatig hebben reizigers last van deze situatie. Ze mogen vrij rondreizen door Transnistrië, maar kunnen in geval van nood nergens terecht. Er zijn immers geen ambassades of consulaten. Sommige reisagenten weigeren een reis door Transnistrië te boeken.

Bevolking

De Roemenen (of Moldaviërs, afhankelijk van het gezichtspunt) vormen de grootste minderheid van de bevolking. Russen en Oekraïners vormen samen echter een meerderheid:

    ▪    Roemenen: 34% (1989: 40%, 1959: 60%)

    ▪    Oekraïners: 29% (1989: 28%)

    ▪    Russen: 29% (1989: 25%)

    ▪    Anders: 8%

Van de 555.000 inwoners (in 2004) heeft 20% de pensioengerechtigde leeftijd bereikt, 17% is jonger dan 18, door gebrek aan perspectief verlaten veel jongeren de regio.

Religie

Het overgrote deel van de bevolking is Russisch-orthodox en de overheid steunt de restauratie en de bouw van nieuwe orthodoxe kerken. De overheid van Transnistrië erkent dat de republiek vrijheid van godsdienst kent en dat 114 religieuze bewegingen en congregaties officieel geregistreerd zijn. Echter waren er anno 2005 registratiemoeilijkheden voor sommige religieuze bewegingen, zoals de mormonen en getuigen van Jehovah. In 2007, stelde de Christian Broadcasting Network de vervolging van protestantse christenen aan de kaak.